Koeien en varkens


In 1963 is de huidige boerderij gebouwd.

Opa & oma van der Burg hebben 9 kinderen.

Jan & Wim (vader van William) worden beide boer aan de Dwarsweg.

Het bedrijf wordt opgesplitst, Wim blijft in de ouderlijke boederij wonen en Jan bouwt een huis ernaast.


1970; Wim heeft varkens en koeien. Broer Jan heeft een vermeerderingsbedrijf met zeugen.

1983; William wordt geboren.

1992; Jan en zijn gezin verhuizen naar Groningen.

2001; De varkens gaan weg.

2007; De koeien gaan weg.

 


De ommezwaai naar geiten


William wilde het liefst de boerderij van vader Wim en moeder Ria overnemen, maar hij twijfelde over de toekomst van het bedrijf met koeien.

Vanaf 2006 nam de vraag naar geitenmelk toe en nieuwe professionele melkveehouderijen waren zeer welkom.

William heeft ervaring en informatie opgedaan door stage te lopen bij een melkgeitenbedrijf toen hij studeerde aan de CAH (Christelijke Agrarische Hogeschool) te Dronten. De serieuze voorbereidingen zijn in 2006 gestart en vanaf maart 2008 staan de eerste geitenlammetjes in onze stal.


Het moment dat de koeien (maart 2007) weg gingen was zeer emotioneel, maar we vertrouwde erop dat er iets moois voor terug zou komen.

Marie (de lievelingskoe van William) is een jaar lang het enige dier op de boerderij geweest, zij geniet van haar rustige oude dag en loopt 's zomers lekker in de wei, voor de geitenstal. Helaas is ze eind 2016 overleden op 17 jarige leeftijd.


De grupstal van de koeien is omgebouwd tot potstal, hier verblijven de lammetjes. In totaal hebben we 800 lammetjes van 1 dag oud gekocht, zij verbleven de eerste maanden in de "oude" grupstal en de tas. In deze tijd is de nieuwe melkgeitenstal gebouwd, toen deze stal af was konden de inmiddels flink gegroeide lammeren erin.


Demissionair minister

Gerda Verburg (LNV)


De minster gaf ons hoop dat met de jonge geiten weer mag worden gefokt.

We hebben met elkaar een uur lang, goed en soms kritisch gesproken.

Tijdens dit gesprek is ook Joop Verheul erbij, hij staat ons bij in deze lastige periode. 

Later is inderdaad bevestigd dat de bok weer bij de jonge dieren mag.


Q-koorts


Q-koorts is een omgevingsbacterie die in de lucht kan voorkomen, maar ook op ieder boerenbedrijf. Veel diersoorten kunnen de drager en uitscheider van de Q-koortsbacterie zijn, ook ratten en muizen. De geiten- en schapensector krijgt in 2010 alle kritiek en dat is niet eerlijk.

Tijdens de lammerperiode, maar vooral bij verwerpens (echter dat hebben wij nooit gehad) is de uitscheiding van de bacterie groter.

Er hebben zich nooit enige verschijnselen van de ziekte op ons bedrijf voorgedaan.


Inenten is de meest effectieve methode om de Q-koorts de baas te worden.

Wij hebben vrijwillig geënt, op advies van de Gezondheidsdienst. We hebben heel lang gewacht op vaccins, in september 2009 zouden ze komen en in december konden we eindelijk pas inenten. Door de inenting wordt er voldoende immuniteit opgebouwd tegen deze bacterie.


Onze geiten waren pas 1 jaar aan de melk, toen het Ministerie van LNV (Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit) besloot naar aanleiding van een positief VWA-monster uit de melktank, alle drachtige dieren te ruimen en een levenslang fokverbod in te stellen voor de overige dieren.


Hier waren we het absoluut niet mee eens. Tot 2 februari 2010 waren alle tweewekelijkse testmomsters van de Gezondsheidsdienst voor Dieren negatief, daarna werd de bacterie afwisselend wel en niet gevonden.


We hebben een kort geding aangespannen, omdat de test volgens William niet hygiënisch zou zijn uitgevoerd, helaas mocht dit niet baten. En werd er alsnog besloten alle drachtige dieren te ruimen.


De dagen van ruiming

Alle dieren worden op dracht gescand en de (250) drachtige dieren gemerkt. Deze dagen waren emotioneel zeer zwaar. We waren geen baas meer op eigen terrein!

Het scannen en ruimen werd op een vakkundige, diervriendelijke en respectabele manier gedaan.

Wat we erg frusterend vonden, is dat geen van de aanwezige ruimers of veeartsen achter het beleid van het Ministerie van LNV stond.


Op de dag van de ruiming, 4 maart 2010 rond 13.00 uur krijgen we schriftelijk bericht van de Gezondheidsdienst voor Dieren dat in de laatste reguliere meting (welke uit dezelfde tank genomen werd als het beslissende monster van de VWA) geen bacterie is aangetroffen.

William rent naar de stal en gebied de ruimers onmiddellijk met hun werkzaamheden te stoppen. Op dit moment blijken slechts 30 van de 250 drachtige geiten nog in leven te zijn, echter deze zijn al verdoofd en niet meer te redden.


Er is telefonisch overleg tussen de ruimers en het ministerie van LNV. Het ministerie van LVN besloot, ondanks de negatieve uitslag van de recente meting, de gestarte ruiming door te laten gaan, dit vanwege eerdere positieve monsters.


In de media

Op dat moment is er enorm veel frustratie, verdriet en boosheid, we hebben de landelijke en regionale media gewaarschuwd en uitgenodigd.

Het was emotioneel heel moeilijk om voor de camera verslag te doen, maar ik had maar één doel voor ogen, namelijk aandacht van de media voor dit zinloze beleid.

Er wordt met twee maten gemeten, waarom worden onze gezonde geiten geruimd terwijl ze helemaal geen gevaar vormen?



Gelukkig de bok mag bij de lammeren

Na de ruiming kregen alle aanwezige geiten op ons bedrijf een fokverbod, vooral voor de ruim 200 lammeren die we toen hadden was dit een enorme strop. Wanneer ze niet mogen lammeren zullen ze immers ook nooit melk gaan geven.

6 December 2010 kwam het verlossende woord;

De bok mocht weer bij de jonge geiten. 

Het gaat om de lammeren die geboren zijn voor de Q-koorts en de lammeren die één jaar oud zijn en nog niet eerder een lammetje hebben gekregen.

Echter voor de 600 oudere dieren blijft het levenslange fokverbod in stand. Dit is heel erg jammer.


Inmiddels kunnen we ermee leven dat het zo gegaan is, maar accepteren doen we het nooit.

Omdat om puur politieke redenen onze gezonde drachtige dieren zijn gedood.


Tijdens deze verschrikkelijke periode hebben we ernorm veel steunbetuiging gehad vanuit het dorp. We hebben meer dan 100 kaarten ontvangen met daarin intense gevoelens van medeleven. Nogmaals dank daarvoor.


Jongveestal


Een jonveestal is zeer gewenst en staat hoog op het lijstje.

In 2013-2014 gaat de wens in vervulling.

In de nieuwe stal kunnen we met de trekker en mengwagen voeren (inmiddels doet FEEDR (de automatische ruw en krachtvoerrobot dat), ook instrooien gaat met de trekker, in tegenstelling tot de tas hier gaat alles met de hand.

Het jongvee krijgt meer ruimte en ook de ventilatie is hier voor het oudere jongvee beter. De lammeren zitten steeds 3 maanden in een stal, wat inhoud dat je veel gemakkelijker en sneller kan doorschuiven (hier was eerst nog geen ruimte voor). Je kunt de stallen nu goed reinigen en laten drogen om ziekte insleep nog verder terug te dringen.


Wat wij ook miste was een machineberging en een voerkeuken. Deze zijn ook beide gerealiseerd.

De stal is gedeeld, aan de rechterkant zit het jongvee, links hebben we voorin opslag voor stro, voorheen stond dit altijd buiten onder een zeiltje. De machines zoals hark, schudder, meststrooier ect. staan nu ook netjes binnen in de machineberging.