Aflammeren


Na een draagtijd van ongeveer 5 maanden gaat de geit aflammeren (bevallen). In een periode van ongeveer een maand gaat een koppel geiten aflammeren, in deze periode zijn wij extra in de stal aanwezig.

Over het algemeen gaat het aflammeren vrij goed bij geiten die voor het eerst aflammeren, zij hebben meestal een één- of tweeling. Echter oudere geiten hebben vaak meerlingen, een drieling is dan heel normaal. Deze lammetjes liggen nog wel eens in de "knoop" en daarom is hulp soms nodig.

Bij ons is er zelfs al vijf keer een vijfling geboren.

Een andere reden dat wij in deze periode veel in de stal te vinden zijn is, omdat we willen weten welke geit, welk lammetje heeft gekregen. Dit is handig voor de fokkerij.

Een geit heeft de gewoonte om alleen te lammeren bij dag- of kunstlicht, wij doven daarom 's avonds (tijdens de lammertijd) de lichten wat eerder, zodat ze denken dat de nacht aanbreekt.

Het lammetje wordt direct na de geboorte bij de moeder weggehaald, dit heeft het voordeel dat de geit het lammetje niet mist, ze is er niet aan gehecht geraakt.

Het lammetje gaat naar de lammerenstal waar hij/zij voldoende goede biest krijgt. Bovendien is de lammerenstal tochtvrij met een constante temperatuur.


Na de geboorte wordt de navel onstmet en het lammetje voorzien van oornummers. Dit is om de lammetjes goed te herkennen (de lammetjes lijken heel veel op elkaar). Zo weet je wie de moeder en eventueel broers en zussen zijn.


Van 0 tot 4 dagen


Wanneer een lammetje geboren is en binnenkomt in de lammerenstal worden de geitjes van de bokjes gescheiden. Dit is om makkelijk het overzicht te houden.

Alle geitjes die op één dag geboren worden zitten bij elkaar in een blauwe bak. Alle bokjes zitten ook bij elkaar in een bak.

Deze bak is voorzien van stro/vlas en een schutje erboven voor een heerlijke "schuilplaats".

Op de eerste dag krijgen ze biest, wij schrijven op hoeveel ze hebben gehad.

Wanneer ze voldoende biest hebben gehad, mogen ze gaan leren drinken aan de melkautomaat. Hier is altijd warme melk voorradig en de lammetjes kunnen drinken zoveel als ze willen.

Dit moeten ze natuurlijk wel leren.

Wij helpen ze elke 3 uur, na verloop van tijd kunnen ze het helemaal zelf.

Wanneer de 4 dagen om zijn, mogen ze naar het groepshok.

De blauwe bak wordt schoongemaakt en de nieuwe lammetjes kunnen er weer in.

In de lammerenstal wordt zonodig gestookt (de verwarming staat dan op 18 graden).

De groepshokken


Ze springen direct lekker in het rond in de groepshokken.

Ze kunnen onbeperkt melk drinken vanaf de melkautomaat.

Water en gehakseld stro is er ook, dit vinden ze momenteel helemaal niet zo lekker, maar hier kunnen ze alvast wennen voor later.


Na 2 weken krijgen de geitjes ook wat brokjes en muesli, ook dit is om te wennen.

Vanaf 6 weken en met een gewicht van 13 kilo worden ze gespeend, ze gaan van melk over op water, brok en gehakseld stro.

Natuurlijk leren we ze dit ook weer geleidelijk aan. We bouwen het eten en water drinken op en bouwen het melk drinken af.


Ze zitten tot ongeveer 3 maanden in de groepshokken, dan verhuizen ze naar de tas.

De tas

Vanaf 3 maanden gaan ze naar de tas. 

Lekker onder de zolder toch wel beschut, maar hebben wel het klimaat van de stal, er wordt dus niet meer gestookt.

Hier kunnen ze verder groeien totdat ze groot genoeg zijn om naar de jongveestal te verhuizen, dat is op 6 maanden.

Hier krijgen ze kuilgras en brok te eten.




De jongveestal

Vanaf 6 maanden zitten ze in de jongveestal.

Wanneer de dekperiode (in juni en november) is komen de dekbokken in de jongveestal. Alle geitjes vanaf 6-7 maanden en 35 kilo zijn geslachtsrijp en mogen bij de bok.

Wanneer een geit ritsig (paringsbereid) is vind de eisprong plaats, dit is tussen de 18 en 24 dagen. De vruchtbaarheidsperiode duurt een paar uur tot enkele dagen, dit is per dier verschillend.

De draagtijd is ongeveer 5 maanden.

In de jongveestal zitten de geiten in kleine groepjes samen met één bok, hierdoor weten we wie de vader is. Vijf weken lang blijven de bokken bij de geiten lopen, dan mogen de bokken weer apart in hun eigen hok.

Wanneer de geiten minimaal 6 weken drachtig zijn, worden ze gescant (er wordt een echo gemaakt). Je kan dan zien of ze wel of niet drachtig is.

We maken nieuwe groepen, de drachtige geiten zitten bij elkaar.

Wanneer de geit niet drachtig is, mag ze het nog een keer proberen tijdens de  volgende dekperiode.

De drachtige dieren blijven tot 3 weken voor het aflammeren in de jongveestal, daarna verhuizen ze naar de melkgeitenstal. Hier zitten ze in een aparte groep, zodat we ze extra goed in de gaten kunnen houden.

Wanneer een geit voor de eerste keer heeft gelammerd gaat ze melk geven.


In de jongveestal zit ook een groepje overjarige, dit zijn dieren die tijdens de eerste dekperiode niet gedekt zijn en wachten op een herkansing een half jaar later.


De stal

De geit is een zeer kieskeurig dier, zij houd van regelmaat, elke dag alles hetzelfde! Op dezelfde tijd melken, eten en het liefst ook het hele jaar door hetzelfde klimaat. Het is daarom belangrijk dat ze een veilige plek hebben om te leven, zoals een stal. In de stal is géén felle zon, géén regen en géén harde wind. Kortom het is een beschutte plaats waar ze vrij kunnen rondlopen.

Middels een doordacht lichtplan zorgen we ervoor dat de daglengte jaarrond zoveel mogelijk gelijk blijft. Rust en regelmaat is heel belangrijk.

De stal is voorzien van 4 potten met daartussen een voergang. Een pot is als het ware een verdiepte bak, waar elke dag een nieuwe laag stro in wordt in gestrooid, zo liggen de geiten schoon en droog. Instrooien gebeurd met de trekker en een instrooikar.

Door elke dag een verse laag stro aan te brengen, wordt de pot steeds voller en soms is de laag wel 50 tot 60 cm dik. Meerdere malen per jaar wordt er uitgemest. Mest geeft warmte af, ´s winters is dit lekker warm, ´s zomers zoeken ze meer verkoeling, dus mesten we dan vaker uit. Wanneer er een hittegolf op komst is, zorgen wij ervoor dat de stal "leeg" is, de koudere beton geeft extra verkoeling.

De mest wordt op een grote hoop buiten op een mestplaat opgeslagen. In het voorjaar wordt het over het grasland uitgereden, dit is zeer goede organische mest en zorgt voor een goed bodemleven in ons grasland. Ook gaat de mest naar akkerbouwers.


Rantsoen

Ze krijgen een mengsel van diverse soorten gras. Doordat we kuilbalen maken, hebben we van diverse periodes gras bijvoorbeeld van mei of juni of september elke maand heeft zijn eigen kwaliteit. 

Het kuilgras wordt op de bunker gelegd, het gras gaat door walsen/messen heen zodat het nog korter gesneden wordt en komt in de FEEDR terecht.

Wanneer deze genoeg gras heeft van een bepaald soort rijd hij naar de volgende bunker, net zolang tot het gewenste grasrantsoen in de FEEDR zit. Dan gaat hij krachtvoer laden en hij blijft constant mengen, waardoor je een homogeen product krijgt. Dit mengsels voert hij 6x per dag aan de specifieke pot.

Elke pot heeft zijn eigen rantsoen.

Per pot is er een verschillende samenstelling van het voer, dit heeft te maken met o.a. de productie van de geiten in de betreffende pot. Tussen sommige voerbeurten schuift hij ook nog eens het voer dichter bij.

Water kunnen ze onbeperkt drinken, bij de drinkbakken en -goten.

Het is rustig in de stal, bijna geen gemekker, dit komt doordat de geit ons (de mens) niet ziet als voerverstrekker. Zij reageert alleen wanneer de FEEDR gaat rijden, wij kunnen dus door de stal lopen zonder onrust te veroorzaken.

Tijdens het voeren, kan je goed controleren of alle geiten gezond zijn, een gezonde geit haast zich naar het voerhek, maar een zieke geit zal eerder blijven liggen.




Gras winning


Wij hebben 16 hectare grasland om de boerderij. Dit wordt 5 tot 6 keer per jaar gemaaid. Na het maaien wordt het geschud, zodat de zon en de wind het gras goed kunnen laten drogen. Daarna worden er kuilbalen van gemaakt.


Hierboven een foto van het maaien,

daarnaast 2 foto´s van het schudden,

hieronder van het halen van de balen.


Kuilbalen


De kuilbalen worden in plastic gewikkeld om langer te kunnen bewaren.

De balen wegen tussen de 600 en 800 kilo.

Door het gras in balen op te slaan hebben we minder last van broei en schimmel in het gras dan wanneer we een rijkuil zouden maken.


Mest strooien


Het strooien van ruige mest is goed voor het bodemleven en geeft het land organische stof terug.

De mest is een mengsel van de uitwerpselen van de geit en het stro, dit heeft in de pot en ook nog een poosje buiten gelegen op de mestplaat om extra te verteren, het is al bijna zwart.


Hieronder zie je de mesttrooier.

Het melken


Wanneer we gaan melken worden de geiten van de buitenste 2 potten voor de middelste 2 potten opgesloten. De geiten blijven gescheiden door een opdrijfhek, wat vanuit de melkput te bedienen is. We hebben een 80 stands zij-aan-zij melkput. Wat inhoud dat er 40 dieren per kant gemolken worden.

Wanneer de geiten uit zijn (leeggemolken) dan kunnen ze aan de voorzijde via een rapid exit systeem direct in één keer allemaal tegelijk weg. Het schut gaat weer naar beneden en de volgende geiten kunnen de melkput inlopen.

In de melkput zitten indicatoren, zodat je tijdens het melken kan zien hoeveel melk een geit geeft. We doen eens in de 3 maanden een melkcontrole, dit houd in dat we per dier ´s ochtends en´s avonds noteren hoeveel kg melk zij heeft gegeven. Aan de hand van de melkcontrole en de conditie (hoe vet of mager) van de geit wordt bepaald in welke pot zij hoort. In een pot zitten dus geiten die qua melkproductie en conditie dicht bij elkaar zitten.


Een geit geeft bij ons gemiddeld ruim 1400 liter per jaar, dat is ruim 3,5 liter melk op een dag. We hebben al een aantal 10.000 liter geiten, dit is altijd een hele prestatie!

Op dit moment melken wij ruim 1000 geiten, hier doen wij 3 uur over.

Op ons bedrijf kunnen diverse mensen melken. Bovendien is het een mooie bijbaan. Het is in verhouding tot koeien een stuk lichter melken (de melkstellen zijn minder zwaar, maar je moet wel 1000x dezelfde handeling doen), door de beweegbare vloer is voor ieder een geschikte werkhoogte te realiseren.

We melken 's ochtends en 's avonds om 5 uur. Het is belangrijk dat de geiten met dezelfde tussentijd worden gemolken, wanneer dit niet gebeurd en er veel wisseling in de tussentijd zit ervaart de geit stress, stress is slecht voor de gezondheid.


De melk wordt in een grote tank opgeslagen en gekoeld, elke 3 dagen wordt de melk opgehaald, daarna wordt de melk verwerkt.


Kwaliteit


De kwaliteit is een heel belangrijk punt en willen we als sector daarom ook goed waarborgen.


De melk wordt daarom ook meerdere malen getest, tussen de geitenhouder en de afnemer. Te beginnen bij het legen van de melktank op de boerderij, hier wordt een monster genomen. De chauffeur onderzoekt de samenstelling, het vet, eiwit, lactose, ureumgehalte, celgetal, kiemgetal, boterzuur en reinheid.


NGZO (Nederlandse GeitenZuivel Organisatie) geeft Qlip opdracht om te controleren.

Qlip controleerd een gecertificeerd bedrijf ongeveer elke 24 maanden. Er vind dan een bedrijfsbezoek plaats waar o.a. op de volgende dingen wordt gelet, bedrijfshygiëne, diergezondheid- en welzijn. Ook kijken ze naar het voer, drinkwater en alles wat met de melk te maken heeft, koeling e.d. ook de administratie komt aan bod.


Voedselveiligehid, diergezondheid, welzijn en imago vinden we erg belangrijk in de Nederlandse melkgeitenhouderij.


Wij leveren al meer dan tien jaar lang eerste klas melk, dat is een topprestatie!

Vanuit CBM hebben wij een kwaliteitsbord gekregen.


Geitenmelk is een heel gezond product


Geitenmelk is licht verteerbaar, dit bied uitkomst voor mensen met een koemelkallergie.

Geitenmelk bevat hoogwaardige eiwitten en heeft een hoog gehalte aan vitamine A en D,

bovendien werkt het cholestorolverlagend (ongeveer 60% t.o.v. koemelk) ook zit er veel magnesium, calcium en ijzer in, dit is weer goed voor ons hart, botten en bloedvaten.

Kortom een super gezond en hoogwaardig product!


Een geit begint melk te geven wanneer zij voor de eerste keer heeft afgelammerd.

Hierna kunnen ze dit jaren volhouden zonder tussentijds te lammeren, dit noemen we duurmelken.

Wij zijn lid van de CBM (Coöperatieve Belangenverening Melkgeitenhouderij Midden Nederland). Ongeveer 85 geitenhouders in hoofdzakelijk midden en noord Nederland zijn bij de CBM aangesloten, de CMB is sinds 1986 actief. Onze melk wordt verwerkt in samenwerking met o.a. Frieslandfoods.

Nederlandse geitenzuivel wordt natuurlijk in Nederland verkocht, maar wereldwijd is er ook grote vraag naar Nederlandse geitenmelk door de hoge kwaliteit.

Andere mogelijke eindproducten kunnen zijn babymelkpoeder, yoghurt, melk, kwark, ijs.